Op de hoek van de Zandersweg en de Prins Bernhardlaan gelegen voormalige
doodgraverswoning van de rooms-katholieke begraafplaats Sint Barbara. De linksvoor op de
begraafplaats gesitueerde woning werd in 1899 gebouwd in neorenaissancestijl naar ontwerp
van J.C. Messelaar te Alkmaar. Opdrachtgever was het bestuur van de Sint Barbarastichting.
De doodgraverswoning verving een kleinere voorganger, die vermoedelijk evenals de
begraafplaats, de kapel en het hek van de begraafplaats dateerde uit 1887. Onder het voorste
gedeelte (gezien vanaf de Zandersweg) van het huidige pand bevindt zich wellicht nog de
fundering van de even brede voorganger. Op 2 mei 1899 vroeg het bestuur van de
Barbarastichting aan B&W vergunning voor de bouw van de nieuwe doodgraverswoning, met
daarbij een ontwerptekening die rechtsonder is gesigneerd en gedateerd mei 1899
(secretariearchief van de gemeente Alkmaar 1816-1919, inv.nr. 551a, ingekomen stuk 440).
Gemeente-architect G. Looman adviseerde op 12 mei positief over de vergunningaanvraag.
Linksvoor in de woning was blijkens de ontwerptekening een “Ontvangkamertje”. Uit het
bouwdossier Zandersweg 2 blijkt dat de woning in 1916 voor ƒ 1,50 verhuurd werd,
vermoedelijk aan de doodgraver. In 1959-`60 liet de Sint Barbarastichting het pand
verbouwen. Bij deze verbouwing werd het zesruits schuifvenster rechts in de rechterzijgevel
vervangen door een modern (liggend) venster, en maakte de bestaande houten keukenuitbouw
(met privaat) rechtsachter plaats voor een stenen aanbouw waarin een keuken en
gecombineerde wc/doucheruimte (ontwerp en uitvoering: A.P. Peperkamp). Ook het interieur
is toen gemoderniseerd, waarbij onder meer de kamer linksachter en de naastgelegen
woonkeuken tot één woonkamer werden samengevoegd en de kasten ter weerszijden van de
kamerdeur werden gesloopt. In 1987 verloor het pand zijn woonfunctie en sindsdien is het in
gebruik als kantoor van de Sint Barbarastichting. Afgezien van de moderne voordeur en de
nieuwe onderramen in de bestaande vensters (oorspronkelijk vermoedelijk vierruits
onderramen die omhoog geschoven konden worden, thans stolpramen) verkeert het exterieur
nog grotendeels in de oorspronkelijke staat.
N.B. De genoemde aanbouw uit 1959-1960 en de twee dakkapellen (XXd) maken geen deel
uit van de bescherming.