20120004

pand(en)

1929

Beschermd door Gemeente als monument.

Blekerskade 11 | Alkmaar
school

Een schoolcomplex met meerdere aansluitende bouwvolumes op langgerekte onregelmatige plattegronden (in zigzagvorm) opgetrokken met één, twee en drie bouwlagen. Het op de hoek van de Blekerskade en de Cort van der Lindenkade gelegen pand wordt aan de voorzijde rechts op de hoek geaccentueerd door een markante hoge dakdoorbrekende toren met een koepelhoed. De zadeldaken, een schilddak en de insnijdende zadeldaken verschillen in hoogte en hebben noklijnen die evenwijdig én haaks op de weg lopen. De schuine dakvlakken zijn belegd met een rode opnieuw verbeterde Hollandse pan en zijn onderaan voorzien van ruim overstekende bakgoten. De koepel is belegd met een lei-dekking. De dakkapellen en ventilatie dakhuisjes onder een zadeldakje bezitten zijkanten afgewerkt met rode ‘tilehanging’. De puntgevels zijn voorzien van rechte uitspringende windveren en de bakgoten steken op de gevelhoeken ruim voorbij de gevel. De buitengevels zijn boven een genuanceerde rode baksteen plint met staande rollaag beëindiging ter hoogte van de lekdorpels opgetrokken in rode handvormsteen in kettingverband. De schoolramen worden ontlast door staande rollagen en worden merendeels onder de bovenlichten gedeeld door grintbeton waterlijsten (tenzij anders beschreven). Alle ramen zijn onderaan voorzien van grintbetonnen lekdorpels. De overige ramen zijn rechthoekig en de kelderramen in de kelderkoekoek zijn deels onder het maaiveld in de westgevel gelegen. De haaks, schuin en dwars op elkaar aansluitende bouwvolumes bezitten elk een andere raamgroepering. Het gebouw is opgebouwd met een lange middenvleugel met entree (voorgevel NW), een lange gerende rechterzijvleugel (voorgevel ZW) en links een korte haaks op het middengedeelte staande vleugel (voorgevel ZW). De zij-vleugels worden merendeels afgesloten met dwars geplaatste bouwvolumes onder een zadeldak (kopgevels: puntgevel). *De rechterzijgevel wordt aansluitend beëindigd met een topgevel en laagbouwen respectievelijk onder zadeldaken met de noklijn evenwijdig aan de weg en met één zadel-dak met de noklijn haaks op de weg. Het laatst genoemde hoekgedeelte bezit een rechthoekige erker onder een 3-zijdig tentdak en grenst rechts aan de speelplaats. *De linkerzijvleugel wordt rechts aan de achterzijde verlengd met twee hogere opgetrokken smalle getrapte topgevels onder zadeldaken met de noklijn evenwijdig aan het dak. Links wordt de vleugel afgesloten met een dwars bouwvolume onder een zadeldak waar-van de noklijn evenwijdig loopt met de Blekerskade. Dit bouwvolume is aan de noord-westzijde getrapt verlaagd met twee verspringende topgevels, waarvan de laagste op de begane grond op de kop (N) sterk terugspringt ten gunste van een onderdoorgang naar de speelplaats (voormalige ingang naar de plaats voor ‘lichamelijke oefening’). Tevens zijn -vóór de beide topgevels- zowel aan de voor- als achterzijde een rechthoekige uitbouw over twee verdiepingen onder plat dak gesitueerd (vroegere materiaalopslag). *De achtergevels zijn gevarieerd in hoogte en met wisselende uitbouwen opgetrokken en deels voorzien van glazen nieuwbouw en een nieuwe vleugel. Er zijn twee achteruitgangen, een moderne bij de kantine en een in de oorspronkelijk vrij gelegen eerder genoemde topgevels die de zuidvleugel aan de achterzijde beëindigden. De voorgevel (NW) heeft rechts een getrapt gemetselde risalerende opbouw over alle verdiepingen, waarboven genoemde toren oprijst. Op de begane grond bevindt zich een lage voorbouw onder een zadeldak, waarin de entree is gesitueerd. De voorbouw is ingevoegd in twee getrapte en op de hoofdgevel risalerende opgaande gevelpartijen, waarvan de laagste gedekt wordt door een plat dakje met overstekken die rechts aansluiten op die van de rechtervleugel. De risaliet met topgevel wordt gedekt door een zadeldak. De noklijnen van beide zadeldaken staan haaks op de weg. Achter het bovenste dak verrijst de uit het hoofddak opgaand baksteen toren met koepeldak. *De entree is middels drie brede granieten traptreden en een bordes te bereiken. De trap wordt geflankeerd door bloembakken, opgetrokken in rode steen in kettingverband met een rollaag beëindiging. De kopse kant is verfraaid met stevige natuurstenen trap-pijlers met afgeplatte ronde top. De dubbele deuren wordt geflankeerd door pilasters, op de kop met overkragende rollagen. Aan de voorzijde links is een natuurstenen plaquette met een Latijnse tekst binnen een kruisvormig vlak en rechts bevindt zich een natuurstenen muurbrievenbus. In beide zijgevels zijn twee liggende halramen aangebracht. In het overkragende metselwerk van de top bevindt zich een smal rechthoekig venster. Langs de windveren en in de top is de gevel verfraaid met staande rollagen. *Boven de entree bevinden zich in de hoge terugspringende gevel drie lange smalle 7-ruits trapramen over twee verdiepingen, die zijn gevuld met kleurig glas-in-lood. De onderste raampjes kunnen open. De ramen worden ontlast door een verdiepte vlak met staande strekken. In de top bevindt zich een (gedicht) rondraam met een natuursteen leksteen met een gootje. Boven de trapramen is met de oorspronkelijke koperen letters R.K. LYCEUM aangebracht. *De dakdoorbrekende vierkante gemetselde toren wordt links geflankeerd door een hoger zadeldak (was oorspronkelijk lager) en rechts door een lager insnijdende zadeldak. De toren is boven donkerrood metselwerk opgetrokken in lichtere steen. Het bovenste deel van de gevels is boven de ramen verfraaid met de gekeperde natuursteen aanzet-stenen van de gekoppelde segmentbogen. De openslaande ramen/deuren geven toegang aan de ronde balkons die binnen het toren muurwerk zijn uitgespaard. De naar boven verjongende toren is op de onderranden van de uitkragende hoekbalustrade van de balkons verfraaid met halfronde natuursteenbanden met op de hoeken sterk uitstekende afwateringsgoten. De balkons rusten op de afgeschuinde gevelhoeken die verfraaid zijn met siermetselwerk en ondersteund wordt door een fraaie lichte getrapte natuurstenen afzaat. Tussen de balkons bevinden zich smalle rechthoekige 2-ruits vensters en boven een uitkragende omlopende ronde rand wordt de toren bekroond met een reeks 6-ruits raampartijen. Hierboven verrijst boven een ruim overkragende rand de gepunte koepel-hoed bekroond door een gietijzeren sierkruis. *Rechts van de entree bevinden zich in de terugspringende gevel over drie verdiepingen elk drie rechthoekige ramen, waarvan die op de begane grond gevuld zijn met geome-trisch gevormd glas-in-lood en een middenvoorstelling. *Links van de entree bevindt zich aansluitend een langgerekte gevel waarin vlak boven het maaiveld rechts zich een rij van 9 kelderramen en een kelderingang afgedekt met een lessenaardakje bevinden. De 1st en 2de verdieping zijn gelijk uitgevoerd met paren samengestelde gekoppelde ramen (respectievelijk 2-6-2-6-7 en 3 gekoppelde ramen). De twee ramen naast de entree zijn glasramen. De bovenste verdieping heeft een aaneengesloten reeks ramen. Tussen de 1ste en 2de verdieping asymmetrisch naar rechts be-vindt zich in gele letters PETERUS CANISIUS COLLEGE. *De haaks op de voorgevel staande linkerzijgevel (Z) is links modern uitgevoerd als overgang naar de modern beklede puntgevel. De begane grond telt twee paar met drie kleine vierkante ruitjes en rechts twee rechthoekige ramen. De 1ste verdieping is ingedeeld met één rechthoekig raampje in het midden en rechts respectievelijk drie en vijf dito ramen. De bovenste verdieping telt 2 raampartijen met 4 ramen. Het bouwvolume links (zijde Blekerskade) is met twee verdiepingenopbouw tot de oorspronkelijke lengte teruggebracht en heeft een moderne kopgevel. De noordwestgevels worden beëindigd door ruime overstekken waaronder een metselfries van ruiten waarbinnen een hoekig meandermotief de gevel siert. De gevels van de uitbouw en de laatste lijstgevel worden beëindigd door staande rollagen. Deze gevelversieringen komen aan de achterzijde van dit gebouw terug. De uitbouw is net als de achterzijde opgetrokken tot onder het metselfries. Op de begane grond en de verdieping rechts bevinden zich vijf raampartijen in paren van drie ramen gegroepeerd, die op de begane grond zijn rechthoekig en op de bovenste etage ramen, als eerder beschreven. Op de nok asymmetrisch naar links bevindt zich een ventilatiedakje (zie foto). *De uitbouw telt op de begane grond en de verdieping elk 3 rechthoekige ramen. In de rechterzijgevel bevindt zich onder de overstek een klein vierkant raam. De linkerzijgevel is blind. De twee in hoogte verspringende en terugspringende gevels links van de uitbouw zijn blind. De gerende rechterzijgevel (ZW) van het hoofdgebouw aan de Cort van der Lindenkade heeft op alle drie verdiepingen lange rijen raampartijen gerangschikt in 6 secties van steeds vijf ramen. Alleen het linker geveldeel telt op elke verdieping drie rechthoe-kige glasramen. De drie ramen op de begane grond waren oorspronkelijk gevuld met glas-in-lood (rectorkamer: vernield bij renovatie). De gevel wordt rechts beëindigd met een smal geveldeel met op de 1ste en 2de verdieping twee rechthoekige ramen. De begane grond heeft rechts een nieuwe deur (was raam) met links een rechthoekig raam. *Aansluitend rechts is de gevel gevarieerd uitgevoerd in achtereenvolgens een uitspringende drie bouwlagen hoge puntgevel, een laagbouw met lijstgevel en een puntgevel. De topgevel bezit op iedere verdieping één raampartij bestaande uit elk 5 ramen en in top drie smalle rechthoekige raampjes. Rechts aansluitend telt de lijstgevel 6 rechthoekige ramen (voorheen administratie). Het hoekgedeelte met links een insnijdend dakschild en een vrijgelegen rechterzijgevel heeft op de begane grond een rechthoekige erker gedekt met een 3-zijdig tentdak gedekt met een rode daktegel en afgedicht met loden loketten langs de muur- en daknaad (vroegere kleine vergaderzaal). Elke zijde bezit twee rechthoekige ramen met een doorlopende lekdorpel. In de geveltop erboven bevindt zich een klein staand raam. De rechterzijgevel van dit hoekdeel (ZO) is boven de paars-rode plint opgetrokken in gele steen. De lijstgevel telt drie raampartijen met twee ramen met diepe dagkanten, gedekt door een latei. Boven elk raam bevindt zich een vlak in de gevel gezet vierkant raam. Links vooraan staat een hekpijler tegen de gevel. De achtergevels gelegen aan de twee omsloten speelplaatsen (voormalige ‘plaats voor lichamelijke oefening’ en speelplaats) zijn grotendeels modern en worden ter hoogte van de topgevels die de zuidvleugel beëindigen, onderbroken door een nieuwe vleugel die beëindigd wordt met een fietsenkelder die naar beide kanten een uitgang bezit. (laatste wordt niet beschreven). De hoekig verspringende gevels zijn respectievelijk van links naar rechts NO-ZO-NO en uitspringend O gericht. *Zijde Cort van der Lindenkade. Het linkergedeelte van de noordoostgevel bestaat uit de achtergevels van de beschreven laagbouw aan de Cort van der Lindenkade én de rechts gelegen kopgevel. De puntgevel links bezit op de begane grond twee ramen en in het midden een dichtgemetselde uitspringende voordeur met afwaterende bovenzijde, die is opgenomen in de gevelbrede lager gemetselde bloembakken. In het schuine rechterdakschild bevindt zich een dakkapel. Op de daknok staat een vierkante rode baksteen schoorsteen in half-steensverband, gedekt door een schoorsteentegel. Terugspringend rechts heeft het middenpand onder een lijstgevel met overstek een licht uitgebouwde entree met een Amsterdamse Schoolpaneeldeur, die verfraaid is met leng-teprofielen. De deur is te bereiken middels een hardstenen trap en een met rode tegels belegd bordes. In het schuine dakschild bevindt zich asymmetrisch naar rechts een 3-ruits dakkapel onder plat dak. Rechts van de entree bevindt zich een 2-zijdige rechthoekige uitbouw onder platdak, die haaks op de zijgevel van de hoge lijstgevel rechts eindigt. De linkergevel van de uitbouw is blind, de kopse kant heeft drie kleine ramen links en twee rechthoekige ramen rechts. De lijstgevel (ZO) rechts bezit links op de bovenste twee verdiepingen boven het platte dak één 5-ruits raampartij als beschreven en naar rechts over drie verdiepingen identieke raampartijen. De uitspringende kopgevel (NO) bezit op de begane grond één raampartij als beschreven en in de top een vierkant luikdeurtje met een raampje met daarboven in de punt een hijsbalk met haak. De noordoostgevel sluit rechts haaks aan op de zuidoostgevel. Het snijpunt van hun da-ken wordt links gemarkeerd door de toren. In het schuine dakvlak rechts bevinden zich links en rechts van een brede in rode steen opgetrokken schoorsteen, meer (herplaatste) liggende 4-ruits dakkapellen en een ventilatiehuisje. In de eerder genoemde topgevels bevindt zich op de begane grond een hal met een trappenhuis en een achteruitgang naar de andere speelplaats. De laagste topgevel bezit in de linkerzijgevel één paar ramen. *Zijde Blekerskade. De speelplaats aan deze zijde is te betreden via de onderdoorgang die rust op een nieuwe betonnen constructie (N). Vóór de doorgang staan aan de rooilijn twee gemetselde hekpijlers. In de licht risalerende gevel (vroeger toegang tot de toestellenbergplaats) bevindt zich boven een hoge gepleisterde optrede een nieuwe dubbele deur geflankeerd door twee rechthoekige halramen met een grintbeton lekdorpel. De gevel is in genuanceerde lichte rode steen opgetrokken in Noors verband met een platvolle voeg. De hoge plint aan weerszijde van de deur is verfraaid met groen geglazuurde baksteen met een staande rollaag beëindiging. In de terugspringende gevel aan weerszijde van deze entreepartij bevinden zich elk twee rechthoekige vensters. De oostgevel wordt beëindigd door overstekken, waarvan de hoogste tegen de linkerachtergevel (NO) eindigt. Rechts bevindt zich de teruggelegen blinde gevel van de onderdoorgang. Links daarvan springt de gevel licht uit. Rechts en links wordt deze gevel onderbroken door uitbouwen. Rechts met eerder genoemde rechthoekige twee verdiepingenopbouw onder een platdak. Links hiervan bevindt zich een lage rechthoekige fors naar voren springende nieuwbouw, maar in een soortgelijk metselwerk. De teruggelegen achtergevel bezit op de begane grond ramen die deels aan het zicht zijn onttrokken en telt op de verdieping 2 paar met drie ramen. De linkerachtergevel bezit links midden de beide topgevels (voorheen eindgevels) en rechts een drie verdiepingen opbouw met reeksen oorspronkelijke ramen. In de topgevel rechts bevindt zich op de begane grond achter de glazen voorzethal de oorspronkelijke achteruitgang, met tochtportaal welke is uitgevoerd met eerder genoemde dubbele eiken entreedeur. In de beide zijgevels bevindt zich een halraam. In de later in lichtere steen opgehoogde gevel bevindt zich boven de entree een samengesteld trapraam bestaande uit drie smalle staande 9-ruits ramen gevuld met geribbeld glas. Het raam wordt ontlast door een verdiept vlak met staande rollagen en is onderaan voorzien van een grintbeton lekdorpel. Interieur De entree aan de voorzijde heeft een moderne deur. Na het portaal bevindt zich een tochtwand met dubbele eikenhouten deuren met zijlichten in eiken kozijnen op granieten neuten. De deuren en de ramen zijn uitgevoerd met 5 horizontale roedenramen (ladder-ramen). De deuren geven toegang tot de centrale hal en de schoolgangen. (Bij de achteruitgang van de school is een identiek portaal met tochtpui aanwezig). In het portaal bevinden zich aan iedere zijden twee liggende ramen met zwarte marmeren vensterbanken. Links zijn deze ramen gevuld met blank kathedraalglas en rechts met draadglas. In de hal bevindt zich rechts bij binnenkomst een fraai trappenhuis en aan beide gang einden zijn eenvoudiger trappenhuizen aanwezig. Rechts na de hal bevindt zich met een korte ingang de directeurskamer (rector). Alle muren van de kamer zijn op 2/3 hoogte bekleed met de oorspronkelijke bruine eikenhouten paneel betimmering. De deur, ramen en kasten zijn in het ontwerp opgenomen. Boven de deur bevinden zich drie naast elkaar geplaatste gewolkte consoles en in de hoek naast het linker voorraam is een opzetplank geplaatst. De koperen licht gebogen handvaten en de zwarte sleutelplaatjes zijn nog in takt. (De eiken visgraatvloer is bij blus-werkzaamheden verdwenen). De blanke glas-in-loodramen aan de voorzijde hebben binnen een geelkader een gebrandschilderd ruitje met gekleurde voorstellingen die refereren aan het lesmateriaal. Het betreft natuurlijke historie, wiskunde en het boek met ganzen-veer zal betrekking hebben op literatuur. De ramen zijn binnen een kozijn van zwart gepolijst marmer geplaatst. De drie glas-in-loodramen in de linkergevel zijn bij de verbouwing gesneuveld. De oorspronkelijke vloeren in de gangen en halletjes zijn belegd met lichtgrijze vloertegels met zwarte banden en op constructieve plaatsen verfraaid met vierkanten, losse blokjes of meanders met zwarte, donkergrijze, rode en enkele witte tegels. Voor de directeurskamer op de begane grond bevindt zich op de splitsing van de gangen een driehoekig puntmotief met beige, zwarte en rode tegels (Art-décostijl). Deze ornamentering eindigt op twee grote bruine granieten conische zuilen op een hoekige sokkel en met een dito bewerkt kapiteel (neo-romaans). In de gang zijn op enkele plaatsen de muren versierd met gepleisterde gestileerde ornamentjes. *Het centrale trappenhuis heeft steektrappen naar de 2de verdieping afgewisseld met bordessen. De getrapt oplopende lambrisering van de trap is -evenals in de gangen- uitgevoerd in grijs groenblauwe gemarmerde tegels geaccentueerd door een smalle zwarte band en een zwarte plint. De gele travertin aantrede is rechts afgerond en de stootborden zijn van zwarte tegels. Op de muren zijn ronde eikenhouten leuningen in koperen oog leuninghouders geplaatst en rechts langs het trapgat bevinden zich fraaie gietijzeren spijlenhekken gedekt met een ronde eiken handlijst. De spijlen zijn met een lichte bocht onderaan met een vierkant bloemvormig muurplaatje op de trapboorden bevestigd. De trappaal van de hoofdtrap is rechthoekig met dezelfde tegels bekleed als de lambrisering en heeft op de drie zijkanten een langwerpige gietijzeren versiering die onderaan in een vierkante bloem eindigt. centraal trappenhuis 2010 (De overige trappalen in het gebouw zijn alleen betegeld soms met andere tegels en bovenop gehoekt gelegd). Deze trap is boven de tweede verdieping eenvoudiger en tussen borstweringen geplaatst met een zwarte marmer dekking. De trap naar de toren is niet toegankelijk. De bordessen zijn met een smalle rechthoekige uitspringing verbreed. De trap krijgt boven de bordessen licht via drie grote staande trapramen die binnen stalen profielen gevuld zijn met kleurig kathedraal glas-in-lood. De ramen worden omrand met smalle lichtblauwe stroken en rode blokken. Gele stroken zijn evenwichtig verdeeld over de ramen en bovenin is een geometrische voorstelling in veel heldere kleuren vormgegeven. De vensterbanken zijn van zwart gepolijst marmer. *Boven de trap aan de achterzijde bevindt zich een dergelijk trapraam maar gevuld met ribbelglas. De trap is uitgevoerd met ronde stalen leuningen met dito spijlen. Links bevinden zich ronde zwarte muurleuningen. De lambrisering is hier identiek als beschreven maar deels met gele tegels uitgevoerd. Op de begane grond bevindt zich een trappartij met rechthoekige bordessen en steektrappen afgewisseld met tweetraps optreden. De zolderverdieping heeft een rechthoekig ruim bordes met grijze tegels en zwarte rand. *Aan de zuidwestzijde is een eenvoudig trappenhuis met twee steektrappen en een bordes. De betegelde gang gaat hier over in een nieuw gangvloer. De tweede trap eindigt op een bordes met gesloten deuren. Tussen de met zwarte met marmer bedekte borstweringen en de muur bevinden zich geel korrelig gemetselde treden. Het bordes is bekleed met dito grote tegels. Aan de muurzijde bevinden zich ronde eikenhouten leuningen in koperen ooghouders. De tegel lambrisering heeft een zwarte tegelplint en gele tegels die verfraaid zijn met zwarte band. De vloer naast en voor de tap is uitgevoerd als eerder beschreven. De gemetselde erfscheiding langs de voorzijde van de Blekerskade is met een afgeronde hoek doorgetrokken naar de Cort van der Lindekade. De voeting met staande rol-laagbeëindiging is opgetrokken in rode baksteen in halfsteensverband met een snijvoeg. De voeting wordt regelmatig onderbroken door lichtverhoogde pijlers, die als verbinding achter de voeting zijn geplaatst. Waardering Het schoolcomplex Petrus Canisius College met beschreven interieur, art-déco vloerornamentering en lage gemetselde erfafscheiding op de hoek Bleekerskade - Cort van der Lindenkade is van architectuur- en cultuurhistorisch belang vanwege een fraai voorbeeld van scholenbouw uit de late jaren twintig van de vorige eeuw. Het is tevens een mooi voorbeeld uit het oeuvre van de in katholieke goed bekende Haagse architect Nies Molenaar. De nieuwbouw valt niet onder de bescherming. Vanwege de beeldbepalende karakteristieke ligging op de hoek van beide genoemde kades heeft het pand stedenbouwkundige meerwaarde.

Het schoolcomplex Petrus Canisius College met beschreven interieur, art-déco vloerornamentering en lage gemetselde erfafscheiding op de hoek Bleekerskade - Cort van der Lindenkade is van architectuur- en cultuurhistorisch belang vanwege een fraai voorbeeld van scholenbouw uit de late jaren twintig van de vorige eeuw. Het is tevens een mooi voorbeeld uit het oeuvre van de in katholieke goed bekende Haagse architect Nies Molenaar. De nieuwbouw valt niet onder de bescherming. Vanwege de beeldbepalende karakteristieke ligging op de hoek van beide genoemde kades heeft het pand stedenbouwkundige meerwaarde. Zie verder attachment.

Adressen

  • Blekerskade 11